“Na een epileptische aanval werd onze moeder (78) onderzocht. Het bleek dat zij een tumor in haar hoofd had,” vertelt Everlien.“ Er was niets meer aan te doen. Ze kon niet in het ziekenhuis blijven. Ze zei: ‘Ik wil wel naar Myosotis, aan het raam.’” Astrid vult aan: “Onze moeder heeft altijd in Kampen gewoond, dus voor haar was dat haast vanzelfsprekend.” De zussen zochten het uit: “We wisten niet wat er mogelijk was, dus dat hebben we gewoon gegoogeld. Wat we vonden over de afdeling palliatieve zorg vonden we mooi: duidelijk, maar ook huiselijk en gemoedelijk.”
Palliatieve zorg is bedoeld voor mensen in de laatste fase van hun leven. IJsselheem heeft twee speciaal hiervoor ingerichte afdelingen: in Zwolle en in Kampen. De moeder van Astrid Felix en Everlien Wielandt bracht de laatste fase van haar leven door op de speciale afdeling binnen Myosotis in Kampen. Haar dochters waren zeer te spreken over het verblijf. “Onze moeder voelde zich hier thuis en wij werden heel prettig begeleid bij alles.”
Thuisgevoel
Everlien had eerst wat twijfels hoe het zou gaan, maar haar moeder voelde zich al snel thuis. “Dit was duidelijk een goede plek voor haar. Ze had zoiets van ‘als het moet, dan hier’. We hadden de kamer en badkamer ingericht met mijn moeders eigen spulletjes. Haar eigen dekbed, fotootjes en beeldjes, maar ook haar eigen zalfjes en shampoo” zegt Astrid. Zij en haar zus waren blij dat er voor de wensen van hun moeder altijd ruimte was. “Het is zo fijn dat dat kan. Je hebt helemaal geen ziekenhuisgevoel hier.” Everlien vult aan: “En mijn moeder vond het fijn dat ze niet meer naar het ziekenhuis hoefde voor van alles. Onderzoeken en dergelijke kon IJsselheem zelf uitvoeren. Ze voelde zich hier veilig.” Voor de zussen was dat een prettig gevoel: “Onze moeder was hier in goede handen, we gingen telkens met een gerust hart naar huis.”
Professioneel en menselijk
De zussen geven aan tijdens het hele proces goed begeleid te zijn. “In het begin ging het met haar wel redelijk. Zo goed zelfs dat we dachten ‘hoort ze hier wel?’ en ‘wat als ze weg moet?’. Maar op het moment dat we daarover na gingen denken, haalde haar ziekteproces ons al in. “Medewerkers hadden niet alleen zorg voor haar, maar ook voor ons als naaste familie.” Lia Heldoorn, verpleegkundige, is blij dat te horen. “Dat is ook de bedoeling,” zegt ze. Everlien: “Als je een vraag voor de arts had, kon je heel makkelijk overleg hebben. Hij voelde niet als onbereikbaar. Dat is de kracht van deze afdeling, de sfeer. Het is heel subtiel, de medewerkers waren er altijd op de achtergrond. Een mooie combinatie tussen duidelijkheid en professionaliteit en de menselijke, huiselijke kant.”