Greetje Put (64) doet nu al zo’n zes jaar vrijwilligerswerk bij De Bongerd in Hattem. Ze kwam hier voor het eerst toen haar moeder er kwam wonen. Vanwege haar dementie kon zij niet meer op zichzelf wonen. “Ik had toen al het voornemen om hier vrijwilliger te worden. Want ik zag dat een paar extra handen welkom waren.”
Twee tot drie halve dagen
Greetje begon op de zondagavond achter de receptie. “Want ik had toen nog een baan. En er was nog een avondreceptie bij De Bongerd. Onrustige cliënten werden soms bij mij gebracht en dan dronk ik koffie met ze of zong een liedje.” Later heeft ze ook nog geholpen bij een avondgroep. Toen ze in de coronatijd haar baan verloor, ging ze overdag vrijwilligerswerk doen. Ze helpt twee ochtenden in de veertien dagen op de huiskamer bij Team 2. “Nu het winter wordt, ga ik naar drie ochtenden, want ik kan nu toch niet in de tuin werken.” Naast haar vrijwilligerswerk past Greetje ook op haar vijf kleinkinderen, samen met haar man. “Hij doet vrijwilligerswerk bij de voetbal. De woensdag houden we vrij voor ons samen.”
Gezellige ochtenden
“Het is erg gezellig. We drinken altijd koffie en nemen het nieuws door. En soms vieren we een verjaardag en praten we over de (klein)kinderen. Ook vinden cliënten het altijd leuk om foto’s te zien.” De ochtenden zijn heel gevarieerd en dat spreekt Greetje juist aan. “We knutselen, we doen spelletjes, we zingen liedjes, echt van alles wat. Laatst gingen we bijvoorbeeld mozaïeken. Die creatieve dingen spreken me sowieso aan.” Greetje helpt de cliënten ook bij het eten. En ze vindt het bijvoorbeeld leuk om in dialect te praten met de cliënten. “Het Wapenvelds dat ik spreek is net iets anders dan Hattems en het is leuk om het daar met hen over te hebben.”
Traantje laten
Op een gegeven moment werden de groepen ‘gemixt’. Dat wil zeggen dat cliënten met verschillende stadia van ziektebeelden de ochtend bij elkaar doorbrengen. “Dat vond ik eerst lastig,” vertelt Greetje. “Sommige cliënten kunnen bijvoorbeeld niet praten. Maar nu vind ik het helemaal prima. Ik weet nu hoe ik met ze om moet gaan en weet ik bijvoorbeeld wat ze bedoelen. Je krijgt echt een band met de cliënten.” Als er iemand overlijdt, moet Greetje altijd even slikken. “Soms laat ik ook een traantje, dat geeft niks.”
Verbondenheid
Greetje voelt zich erg verbonden met de cliënten. “Door hier te zijn voel ik ook door de herinneringen ook weer de verbinding met mijn overleden ouders. Laatst was ik hier op mijn moeders verjaardag, dat vond ik een fijn gevoel.” Ze omschrijft het vrijwilligerswerk als ‘een kleine moeite’. “Ik doe het uit liefde voor de mensen, ze waarderen het echt. Als ik weg ga, zegt iemand bijvoorbeeld ‘wat fijn dat je voor ons gezorgd hebt’. Zo lief vind ik dat.”